Verwarrende genade…
Zielzorg in de bajes
Ik was 40 jaar gevangenispredikant, een levenslange roeping en het mooiste beroep dat ik ken. Over genade en vergeving spreken voor mensen die aan de zelfkant, de onderkant van de samenleving zijn gekomen. Vaak door eigen schuld, ook heel vaak door ongeluk, de ongelukkige omstandigheden. Ik hoor hun verdriet, hun hoop en hun geloof, hun verlangens, want dáár woont de ziel van een mens, daar gebeurt ziel-zorg.
Ik ben opgegroeid in een Haagse volkswijk, die nu als crimineel te boek staat. Als ik 20 jaar later geboren was daar, was ik nu misschien zelf een mens met een strafblad geweest, of misschien wel tbs-er.
Kerken met Stip
Op de geestelijke verzorging bij Justitie wordt en werd bezuinigd, ik kon lang niet met iedereen contact maken, van de 140 tbs-patiënten sprak ik er 40, daarvan kwamen er 15 in de kerkdiensten. Van wie een verlof heeft, zoeken er een vijftal de kerk buiten de muren op. Het was heel bijzonder om daarnaast ook gemeentepredikant te zijn, bruggen te bouwen tussen de kerk buiten en de kerk binnen.
Gelukkig zijn er nu veel ‘Kerken met Stip’ in Nederland, kerken met een lage drempel voor mensen met een stafblad. In de Baptisten Silogemeente hebben we, omdat er meerdere predikanten ook werkzaam waren bij Justitie, nu doopleden met een strafblad, die zich daar thuis voelen, actief in de kerk zijn, met volledig stemrecht.
In het leven blijven geloven
In de film ‘Jagten’ verliest een leraar zijn vrienden, vrouw en kinderen, huis en goede naam als hij beschuldigd wordt van seksueel misbruik. Hij is onschuldig, maar niemand wil het echt goed onderzoeken, hetze en hysterie winnen het, het gaat van buurvrouw naar buurman, van dochter naar zoon. Alleen zijn dappere puberzoon neemt het voor z’n vader op. Je krijgt buikpijn van de ellende en het verdriet en de eenzaamheid die in deze film vertolkt wordt. Het bijbel boek Job die alles verliest, ligt dan zo dichtbij! Mijn mensen in de bajes kennen dat, en ze dragen daarbij nog de extra last van het vaak wel schuldig zijn aan een misdaad. Een onmogelijke menselijke opgaaf om dan in jezelf en in het leven te blijven geloven. Daar was ik dagelijks deelgenoot van.
Onbegrijpelijke onlogica
Zijn christenen die de Bijbel lezen ánders dan mensen die alleen de Telegraaf lezen? Ik had als student een dominee-professor die mij leerde dat het verschil zit in het feit dat christenen ergens op aanspreekbaar zijn. Hij noemde dat ‘de liefde van de Vader’. Lucas 15, bekend om het verhaal van de ‘verloren zoon’, laat zien wat de oudste zoon voelt en denkt. Niet direct jaloers, zoals hij vaak wordt weggezet, maar meer verbaasd, verward, over wat de vader doet.
Met een door Rembrandt geschilderde moederlijke en een vaderlijke hand op de schouder van de criminele weggelopen zoon wil de vader zeggen: jij was dood en bent weer levend, willen jullie als mijn andere kinderen met mij dit feest meevieren?
Een bijna onbegrijpelijke logica als je weet wat de jongste zoon heeft uitgevreten. Maar de liefde is niet logisch, en die van God al helemaal niet.
Wat is dan die verbazingwekkende liefde en verwarrende genade van de Vader? Het evangelie leert ons: omdat Hij ons eerst heeft liefgehad, daarom kunnen wij liefhebben, onszelf, de ander, de gevallen broeder en zuster incluis. Het gaat dus niet om ónze liefde, onze tolerantie, onze betrokkenheid bij de ‘herintreders’ zoals mensen met een strafblad of tbs-ers wel worden genoemd. Wij geven alleen maar door wat ons is gegeven, in opdracht en ge-hoor-zaam aan God de Vader en aan Jezus Christus, Zijn Verloren Zoon.
Verspieders van de kerk
Vrijwilligers uit de kerken geven dát door, in hun present zijn in de levens van de gevangenen, in de kerkdiensten van het gevangenis- pastoraat, aan ‘misdadigers’ binnen de muren. Als medegelovigen die mee zingen en bidden, en met elkaar spreken als geloofsgenoten. Zo beloven ze, zelfs zonder woorden, dat ze bij hen in hun kerk of gemeente buiten de muren ook thuis mogen komen als deze ballingschap voorbij is.
Vrijwilligers in een bajes of tbs-kliniek zijn verspieders voor de gemeente van Christus. Die kunnen laten zien hoe het mogelijk is dat er nog geloof en hoop en liefde is op plekken waar je het niet meer zou verwachten. In een leven van on-liefde, verwaarloosd als kind en opgesloten in tehuizen, horen en zien deze vrijwilligers de geestelijke nood, en geven ze hoop op een beter leven. Dat begint waar een kerkgemeenschap de ‘uitgezetenen’ niet afwijst zoals de buurt dat vaak zal doen.
Die vrijwilligers kunnen het niet zonder een gemeenschap van Christus-volgers die hen steunt en meedoet in het welkom. Waar plaats wordt gemaakt voor gebroken en gebutste mensen, die soms een leven lang nazorg en begeleiding nodig zullen hebben om op het rechte pad te blijven.
De Utrechtse gevangenisdominee Arjan Noordhoek werkte bijna 40 jaar in gevangenissen. Als laatste in het Pieter Baan Centrum en de tbs-instelling Oostvaarders Kliniek in Almere.
In 1988 richtte hij de Stichting Kerken en Gevangenen Utrecht op voor het werven en begeleiden van vrijwilligers, en in 1995 het Utrechtse Exodushuis voor de reïntegratie van ex-gedetineerden. Hij is coördinator van het Silomaatjes project, waar maandelijks nazorg maaltijden worden verzorgd.